Tegen 2050 mag in Vlaanderen geen extra open ruimte worden ingenomen door huizen, industrie en wegen. Dit is de zogenaamde betonstop die Vlaams minister voor Ruimtelijke Ordening Joke Schauvliege (CD&V) in mei aankondigde. Haar Beleidsplan Ruimte Vlaanderen moet een einde maken aan de ongebreidelde lintbebouwing, de verrommeling van het landschap en het almaar kleiner wordende natuurpatrimonium. Schauvlieges plan wordt goed onthaald, maar is het niet ‘too little too late’? Een analyse.
Joke Schauvliege
CD&V-politica Joke Schauvliege, sinds 2009 Vlaams minister van Leefmilieu, heeft geen al te beste reputatie bij natuurliefhebbers. Ze kwam meermaals onder vuur te liggen om haar natuur- en klimaatbeleid, laatst nog in verband met het bestreden winkelcentrum Uplace en de uitbreiding van Limburgse het transportbedrijf Essers. Nochtans nam de minister dit voorjaar ook twee belangrijke beslissingen die de milieubeweging tevreden zouden moeten stemmen. Zo beschermde de minister zowat 12.500 hectare zonevreemd bos tegen boskap. En dan was er nog het nieuws in verband met de betonstop.
Beleidsplan Ruimte Vlaanderen: de betonstop
Schauvliege werkt namelijk aan het nieuwe Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV), waarin ze een nieuwe strategie naar voren schuift om slimmer en duurzamer om te springen met ruimte.
Vlaamse verrommeling
Is er dan iets mis met de manier waarop we momenteel met ruimte omgaan? Toch wel. Vlaanderen heeft op dit moment de grootste bebouwde oppervlakte van Europa. De ruimte die wordt ingenomen door woningen, industrie en wegen bedraagt een indrukwekkende 33 procent. Da’s het dubbele van Nederland, waar veel meer ruimte overblijft voor natuur en landbouw. Bekijk de Vlaamse Ruit op een satellietfoto en je ziet vooral grijs en bruin. Vlaanderen is een “splinterbom van verkavelingen”, met hier en daar een plukje groen. En daar komen elke dag nog eens negen voetbalvelden beton en asfalt bij, berekenden experts.
Zo verwoordde Leo Van Broeck, toparchitect bij Bogdan & Van Broeck en de nieuwe Vlaams Bouwmeester, het probleem:
“Het Vlaamse grondgebruik is overmaats en verkwistend. België is erin geslaagd om met zijn 11 miljoen inwoners – minder dan de bevolking van metropolen als Parijs of Londen – een heel land kapot te verkavelen.”
Betonstop, en andere voorstellen
Ook minister Schauvliege erkent de problematiek en stelt daarom in haar nieuwe beleidsplan een grondige koerswijziging voor. De minister wil een betonstop invoeren. Tegen 2050 mag er geen extra open ruimte ingenomen worden. Elk nieuw bouwproject moet tegen dan gecompenseerd worden door elders evenveel ruimte terug te geven aan de natuur. “Een ambitieus doel”, vindt de minister.
Het opvallendste voorstel uit Schauvlieges beleidsplan is de afschaffing van de oude verkavelingsvoorschriften. Woningen uit de jaren 60 en 70 zijn vaak te groot voor een gezin, maar de verouderde voorschriften maken het moeilijk om ze te verbouwen tot een meergezinswoning of om ze af te breken. Oude ‘villaverkavelingen’ zullen makkelijker kunnen wijken voor kleine woningen en appartementen. Maar dan moet dichter bij mekaar wonen wél leefbaar blijven. Daarom wil Schauvliege een groennorm invoeren. Wie nog wil bouwen, zal dat dan niet meer kunnen zonder een stukje groen te voorzien. Om hoeveel groen het gaat, en of het per verkaveling of per woning moet gebeuren, staat nog niet vast.
Een ander aspect van duurzaamheid, mobiliteit, is (nog) niet expliciet aanwezig in Schauvlieges plan. Coalitiepartners N-VA en Open Vld vinden het idee van een mobiliteitsscore namelijk betuttelend. “We werken wel aan een algemeen paspoort van een woning”, zegt Schauvliege. “Daarin staat alle info, van hoe groen de woning is tot hoe bereikbaar ze is.”
Het Beleidsplan wil nog een oplossing bieden voor de landschappelijke verrommeling: bouwrechten ruilbaar maken. Concreet betekent dat dat een eigenaar van een slecht gelegen bouwgrond, bijvoorbeeld in overstromingsgebied, zijn bouwrechten zal kunnen inruilen voor een beter gelegen gebied, waar de overheid bebouwing wél wil toelaten. Op die manier kunnen kwetsbare gebieden ontruimd worden en de woonkernen versterkt.
Ten slotte is er een luik dat de ‘verpaarding’ van het platteland moet tegengaan. Almaar meer oude boeren houden het voor bekeken en verkopen hun hoeve aan rijke burgers, die er een villa met een paardenwei neerpoten. Op zich niks mis mee, zegt ook Schauvliege, maar het fenomeen neemt steeds meer landelijke bouwgrond in beslag. In tien jaar tijd is zo’n 35.000 hectare landbouwgrond opgegaan aan verpaarding.
Hoe wordt het voorstel onthaald?
De grote lijnen van het Beleidsplan Ruimte kunnen op de steun rekenen van Schauvlieges eigen partij en haar coalitiepartners. Ook de oppositiepartijen en milieuorganisaties juichen toe dat er eindelijk een doordachte ruimtelijke strategie wordt uitgestippeld.
Maar er is ook kritiek. Het grootste pijnpunt is wellicht dat 2050 nog erg veraf is. Critici vragen zich af waarom we niet wat sneller in actie schieten. “Als minister Schauvliege een betonstop op de agenda wil zetten in Vlaanderen,” zegt sp.a-politicus Bruno Tobback, “dan zal ze in de sp.a-fractie een bondgenoot vinden. Maar laten we daar alstublieft niet mee wachten tot in 2050. Aan het huidige tempo zal er in 2050 nog amper open ruimte overblijven.” Groen noemt 2050 dan weer “rijkelijk te laat”. De Bond Beter Leefmilieu reikte de minister alvast een ‘receptenboek’ aan met dertig recepten om Vlaanderen nú al klimaatbestendig te maken.
Is Schauvlieges betonstop ‘too little too late’? De Ideale Wereld sprak de minister er alvast – op hilarische wijze – op aan …